Twee vredesconferenties en een oude anarchist


Terug naar themamiddag

Het komend jaar, van 11 tot 16 mei, wordt er op initiatief van Rusland en Nederland en onder de vleugels van de Verenigde Naties in Den Haag een internationale vredesconferentie gehouden onder de naam The Hague Appeal for Peace. Deze is bedoeld als vervolg op de Haagse Vredesconferentie van 1899, destijds georganiseerd op initiatief van de Russische tsaar Nicolaas II. De jonge koningin Wilhelmina werd toen zeer tegen haar zin tot gastvrouw gebombardeerd. Ze zag niets in de conferentie en wilde van geen ontwapening horen. Maar ze deed het goed en was wel ingenomen met Den Haag als zetel van het Hof van Arbitrage en het Vredespaleis.

Domela Nieuwenhuis schreef toen het boekje Vredesstemmen, waarin hij op dat gebeuren inging. Graag wil ik aan de hand van dat boekje de beide conferenties spiegelen, internationaal recht en geweldloze conflictoplossing, daar ging het om en daar gaat het nog steeds om.

De uitnodigingsbrief van de tsaar aan de regeringen begon met de woorden: "Handhaving van de vrede en vermindering van de bewapening vormen het ideaal waarop het streven van alle regeringen gericht behoort te zijn."In deze brief werd gewezen op het vredesverlangen van alle beschaafde volkeren en op de verkwisting van arbeid en kapitaal door oorlog en oorlogsvoorbereiding. Bovendien werd er gewaarschuwd voor een geweldsuitbarsting in de nabije toekomst alleen al door de opeenstapeling van oorlogsmateriaal in alle landen. Op de conferentie zou gesproken worden over het bevriezen van de bewapeningsuitgaven, over een verbod op het gebruik van ontplofbare stoffen vanuit luchtballons, over een verbod op onderzeeboten, over het neutraal verklaren van reddingsschepen en over het principe van arbitrage om oorlog te voorkomen. Niet iedereen was even optimistisch over het te verwachten resultaat. Leo Tolstoj zei: Ik zal er pas in geloven als de tsaar zelf het voorbeeld van ontwapening gegeven heeft". Ook Domela Nieuwenhuis was sceptisch. Hij zette niet voor niets op de voorpagina van zijn boekje de spreuk van Jeremia: "Ze zeggen wel Vrede, Vrede! Maar het is toch geen vrede". Domela noteerde een aantal besluiten die de tsaar nam na het versturen van zijn vredesbrief. Ik citeer: 20 september -versterking van de vllot in de Kaspische Zee met kanonneerboten, 15 november -besluit tot de bouw van twee pantserschepen. 1 december -verbanning van 5000 Duchoboren van de Kaukasus naar Canada omdat ze weigeren wapens te dragen. 14 december -bevel tot de bouw van 10 torpedojagers. 12 januari -verhoging van de begroting met 34 miljoen roebel voor het leger en 16 miljoen voor de vloot. 18 januari -de troepensterkte aan de Afghaanse grens op 20.000 man gebracht en drie regimenten voetvolk naar Helsinki gezonden om de Finse regering onder druk te zetten. Domela sloot de opsomming af met de woorden: "Leve de vrede en de toebereidselen daartoe, bestaande uit vermeerdering van bewapening te land en ter zee!

Toch geloofde hij in een komende vrede. Wel verwachte hij eerst nog twee of drie grote oorlogen. Intussen hebben we dan de Eerste en de Tweede Wereldoorlog achter de rug.

In het boekje Vredesstemmen zijn 40 pagina's gewijd aan de oorzaken van oorlog. Maar of nu de zucht tot veroveren, de godsdienst, het ras, het nationalisme of de drang tot interventie in de binnenlandse aangelegenheden van andere volken de drijfveer vormen, steeds weer gaat het om invloed en macht. Omdat invloed en macht zowel mét als zónder geweld zijn na te streven, hanteren regeringen vaak dubbele agenda's. Sinds de vredesoproep van tsaar Nicolaas is er in dit opzicht weinig veranderd. Zoekend naar mogelijkheden om ondanks alles toch de vrede te bevorderen, vroeg Domela zich af waarom er geen oorlogen zijn tussen privaatpersonen. Zijn antwoord was: Omdat er wetten zijn die de rechten van ieder mens bepalen, rechters om die wetten toe te passen en gendarmes om de besluiten van de rechters ten uitvoer te brengen.

Deze lijn doortrekkend naar het internationale vlak pleit hij voor internationale wetten, een internationale rechtbank en een internationale uitvoerende macht. Deze idee van vrede-door-recht wordt in onze tijd algemeen aanvaard. Er zijn wetten, er is een rechtbank, maar de uitvoerende macht heeft nog weinig handen en voeten. Domela had meer peilen op zijn vredesboog. Naarmate de verkeersmiddelen sneller en talrijker, zo stelt hij, zorgt de handel voor nauwere betrekkingen tussen de volkeren. De internationale ruil zorgt voor onderlinge afhankelijkheid, zodat de gedachte aan oorlog naar de achtergrond verdwijnt. Om deze ontwikkeling te steunen wil Domela een Europese munt invoeren en zowel de invoerrechten als de douane afschaffen. Zijn opvatting over gelijke burgerrechten voor vreemdelingen past in deze visie. Kijkend naar de toekomst ziet hij de contouren van de Verenigde Staten van Europa opdoemen. En nu, een eeuw later, is het dan zo ver. Domela zou kunnen zeggen: "Daar hebben jullie ook lang over gedaan!" Domela voerde het redelijk denken hoog in zijn vaandel. Daarom wilde hij de afschuw voor oorlog vooral aankweken door het inzicht te verbreiden dat elke oorlog schadelijk is voor winnaars en verliezers beide.

Omdat regeringen en bedrijfsleven vaak een dubbele agenda hebben ten aanzien van oorlog, wilde hij de invloed van het volk versterken. Hij schreef: "De kracht en de invloed moeten niet van boven komen maar van onderop. Men moet niet handelen met ministers en diplomaten maar met het volk. Daar ligt de enige kans op welslagen."

Als machtsmiddel in geval van oorlog dacht Domela aan een algemene werkstaking aangevuld door lijdelijk verzet van het volk, om zodoende het maatschappelijk raderwerk tot stilstand te brengen en de oorlog onmogelijk te maken. In dit opzicht kreeg hij de socialistische partijen echter niet mee. Toch blijken zijn denkbeelden minder dwaas dan velen dachten. Wel is het zaak kansen en mogelijkheden te zien en te benutten. Eén van die kansen is de nieuwe Haagse Vredesconferentie van het komende jaar. Op verzoek van Nederland wordt de bijeenkomst van regeringen voorafgegaan door een conferentie van burgerorganisaties, met als taak de regeringsleiders te voeden met voorstellen en aanbevelingen. Een soort inspraak vooraf dus. Tientallen burgerorganisaties hebben zich reeds aangemeld en het beloven vijf spannende meidagen te worden.

De organisatie van de burgerconferentie ligt in handen van de Beweging van Wereldfederalisten die in New York zetelt, het Internationaal Vredesbureau IPB uit Geneve en het Verbond van Juristen tegen kernwapens Ialana met een bureau in Den Haag. Ik heb de indruk dat sommige Nederlandse vredesclubs zich te weinig bij deze niet onbelangrijke happening laten betrekken. Ik zeg niet voor niets happening. Ik zeg niet voor niets Happening. Er komen workshops in allerlei soorten, tentoonstellingen, onder andere van het anti-oorlogsmuseum, jongerenfestiviteiten met veel muziek en als slot een meerdaagse demonstratieve wandeling naar Brussel om de vrede naar de Navo te brengen.

Geïnspireerd door Domela Nieuwenhuis geef ik hier een aantal voorzetten in de hoop zo scoringskansen te scheppen.

Allereerst een viertal bestaande ideeën waarvan ik niet weet of ze al ingebracht zijn.

1. Twintig winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede hebben gevraagd de eerste tien jaren van de nieuwe eeuw uit te roepen tot Decennium voor een Cultuur van Geweldloosheid. Vredesonderwijs is hierbij slechts één van de mogelijke activiteiten.

2. De zaak van de Burgervredesteams en de opleiding tot vredeswerker. Deze teams moeten een groot deel van het werk van de Blauwhelmen gaan overnemen, omdat de inzet van militairen vaak grote nadelen heeft.

3. De atoomstaten beloofden in het non-proliferatieverdrag de A-wapens geleidelijk af te schaffen. De stagnatie hiervan zou doorbroken kunnen worden door de atoomkoppen die op Volkel liggen in te brengen als onderhandelingsobject.

4. Nederland stemde in de Verenigde Naties tegen het verbod op landmijnen en nam daarmee de verantwoordelijkheid op zich voor het stijgend aantal kinderen zonder benen. Ongelofelijk! Deze zaak moet opnieuw aan de orde komen.

Tenslotte een nieuw voorstel: Alle wapenfabrieken moeten onder inspectie van de Verenigde Naties komen. Waarom wel inspecteurs in Irak en niet in Israël, China of de Verenigde Staten?

Vijf punten om in te brengen op de conferentie. Vijf punten ook om actie op te voeren.

Zoals alle idealisten had Domela haast. Maar haast maakt ongeduldig en ongeduldige mensen komen voor teleurstellingen te staan. Domela was diep teleurgesteld toen bij de Eerste Wereldoorlog de stakingen en het lijdelijk verzet uitbleven. Het nationalisme sloeg toe en de soldaten marcheerden enthousiast hun dood tegemoet. De invloed van de regeringen op de bevolking bleek groter dan omgekeerd. De tijdklok van de geschiedenis loopt langzamer dan ons lief is. Maar terugziend op wat in Domela's tijd onmogelijke fantasterij leek en wat nu bereikt is of bereikbaar geworden is, doem we er wijs aan ons tegen teleurstellingen te wapenen. De geestelijke erfenis van Domela kan ons daarbij helpen. Gebruik maken van alle mogelijkheden en daar creatief op inspelen is de boodschap. Soms kan een enkele zin ons daartoe al aanzetten. Misschien is dat de slagzin van de nieuwe Haagse Vredesconferentie. Deze luidt:

Vrede is een mensenrecht, tijd om de oorlog af te schaffen!

Wim Harms

Terug naar themamiddag


Last Updated 2 februari 1999 by Chris Geerse