Beraadsdagen LBVO

Waar moeten we ons mee bezig houden?

In 't Kan Anders van december/januari heeft u een verslag kunnen lezen over de interne beraadsdag van het LBVO (Landelijk Beraad Vredes-Organisaties) op 9 september 2000. Spraken we toen over de fouten die we hebben gemaakt voor en tijdens het NAVO-optreden aangaande Kosovo, de tweede dag, 27 januari 2001, ging het vooral over de toekomst. Wat hebben we ervan geleerd en wat en hoe moet het een volgende keer beter.

De tweede beraadsdag discussieerden we aan de hand van twee stellingen die door Hans Feddema en der Bram van der Lek waren opgesteld.

Stelling 1:

Als gezamenlijke vredesbeweging (LBVO) moeten we niet achter elk conflict aan willen lopen, ook niet als dat conflict een tijdlang de voorpagina's van de kranten domineert. Het gezamenlijk duiken op een specifiek conflict moeten we beperken tot conflicten waar het westen daadwerkelijk militaire gevechtshandelingen uitvoert. Misschien moet het vooral onze taak zijn als klokkenluiders op te treden.

  • Wijzen op misstanden/oorlogsmisdaden waar ons land medeverantwoordelijk voor is en politici daar op aanspreken.
  • Tijdig waarschuwen voor mogelijke conflicthaarden.
  • Achterliggende belangen doorprikken (economische-, machts-, rivaliteitsbelangen etc.)
  • Wijzen op het gevaar van de technische mogelijkheden en de gevolgen daarvan voor de verre toekomst (kernwapens en biologische wapens). Er zijn veel geweldsconflicten in de wereld. De media zijn vaak selectief in hun berichtgeving daarover.
Bij onze aandachtskeuzen moeten we ons richten op:
  • Conflicten waar door het westen met peace-enforcing wordt ingegrepen.
  • Conflicten waar het westen medeverantwoordelijkheid voor draagt (Midden-Oosten bijv.)
  • Vergeten conflicten die langdurig door de media worden verwaarloosd.
Stelling 2:

Het LBVO dient zich bij haar acties en publiciteit met name te richten op de meer algemene aspecten van vredespolitiek zoals: het in kaart brengen van wapenleveranties, het ondersteunen van dienstweigeraars en deserteurs, de mogelijkheden van burgervredesteamwerkers vanuit ons deel van de wereld, de interetnische dialoog en de interreligieuze dialoog, de verantwoordelijkheid en mogelijkheden van de officiële politiek van onze regering(en) in specifieke conflicten/respectievelijk delen van de wereld. Als LBVO moeten we inventariseren:

  • Waarin zijn we samen sterker en wat zijn specifiek eigen taken van de afzonderlijke organisaties.
  • Wat kunnen we behappen.
  • Welke middelen staan ons ten dienste.
We moeten het als onze taak zien:
  • publiek en politici te benaderen.
  • te werken aan een bewustwordingsproces.
  • te werken aan een cultuuromslag (Cultuur van Geweldloosheid).
Er zijn organisaties die internationale contacten onderhouden (Vrouwen voor Vrede bijv.) en vanuit het buitenland hulpvragen krijgen. Dat moet gehonoreerd kunnen worden. Andere organisaties zijn meer gericht op de interreligieze dialoog. Het ligt voor de hand dat tot hun taak te rekenen. Samenwerking met IKV en Pax Christi blijft moeilijk. We willen de verschillen en overeenkomsten tussen hen en het LBVO op een rijtje zetten en zien wat er aan samenwerking mogelijk is. Er is die twee beraadsdagen hard gewerkt in een zeer goede sfeer. Het lijkt er op dat de samenwerking in de toekomst efficiënter zal worden en die wens was er duidelijk bij alle aanwezigen.

Tilly de Waal

In het LBVO werken ruim twintig vredesorganisaties samen. IKV en Pax Christi zijn er geen lid van.

hoofdmenu    inhoudsopgave    archief    over 'tKA   

Updated: 20 april 2001