De verschillen tussen
politiegeweld en militair geweld

De verschillen tussen politiegeweld en militair geweld worden in dit artikel door de schrijver vergeleken in het licht van Vrede en Geweldloosheid.

Oorlog onuitroeibaar?
In haar lezenswaardig artikel over 'de klacht van de Vrede' van Erasmus vroeg Irene van Schagen zich dit af. Ze merkte onder andere op:
'Bij het tekenen van het ene vredesverdrag laait vaak tegelijkertijd het vuur in een andere brandhaard elders op onze planeet al op. De oorlog houdt nooit op; hij verplaatst alleen zijn locatie. Toch klinken er temidden van het oorlogsgeraas altijd al stemmen op van grote denkers, die een ander geluid laten horen. Het geluid van een mensheid die in vrede leeft; die haar geschillen door middel van internationale verdragen en arbitrage beslecht en die de mogelijkheden tot het grijpen naar de gesel van de oorlog naar haar eigen geschiedenisboeken verbant'.

Vrede als doel en norm van de vredesbeweging
Al meer dan honderd jaar zijn er naast grote denkers gelukkig ook gewone mensen die het periodiek uitmoorden zo absurd en misdadig vinden, dat ze hiertegen in het geweer zijn gekomen. De wereld kent ze als pacifisten, antimilitaristen, tegenstanders van kernwapens, vredesactivisten. Onderling zijn er wel verschillen in standpunten over geweld. Er zijn er die leger en bewapening zonder meer afwijzen. Het niet kunnen, willen of mogen doden vormt daarbij een belangrijk element, naast de verfoeide maatschappelijke impact van de macht uit de loop van een geweer. Anderen zien het wat minder absoluut, zijn niet zozeer tegen een leger, alswel tegen het militair apparaat in het politieke machtsspel. Puur voor zelfverdediging van een staat wordt het dan wel aanvaardbaar geacht. Interessant is het te constateren, dat in de huidige situatie de stellingname van pacifisten en antimilitaristen vrijwel synchroon loopt. Dit is ook wel logisch, want het idee van een leger louter voor zelfverdediging is – zeker in een situatie waarin een land als Nederland momenteel in de wereld staat – volkomen achterhaald. Het leger is nu per definitie een onderdeel van het machtspolitieke spel op wereldschaal. Alleen in het grijze gebied waarbij het lijkt alsof militairen een soort politiemensen zijn geworden, zullen pacifisten minder gauw in de verleiding komen zich achter een militaire oplossing te scharen dan de niet per definitie geweldloze vredesactivisten.

Verschillen tussen politiegeweld en militair geweld
Met het fenomeen politie op zich hebben ook de meeste pacifisten geen moeite. Het is nu eenmaal onmiskenbaar dat in een samenleving criminaliteit voorkomt, waaraan paal en perk dient te worden gesteld. Zo'n politie dient dan wel een instrument te zijn in handen van een rechtsstaat, waarin een ieder voor de wet gelijk is, waarin niemand eigen rechter mag spelen en waarvan het geweldsmonopolie bij de Staat berust. Zo'n politie zal het gebruik van geweld tot het strikt noodzakelijke beperken en wanneer het wel plaats vindt zal het niet 'rücksichtslos' maar sparend van karakter zijn. Bovendien dient van elk geweldsincident rekening en verantwoording te worden afgelegd, met mogelijk rechtsvervolging van de betrokken dienaar van de wet.
Hoe anders is het met militair geweld. De bombardementen van Rotterdam, Coventry, Dresden, Hiroshima getuigen bepaald niet van sparend geweld. Een Belgische arts uit Bagdad vertelde hoe, toen de tanks daar in 2003 via een brug verder de stad inrolden, dit hevig schietend op alles wat bewoog gebeurde.
Een nog principiëler verschil met politiegeweld is, dat bij oorlog voeren een adequaat overkoepelend gezag ontbreekt. Hier heerst het recht van de sterkste.
Een verder verschil is dat eventueel geweld van de politie in een rechtsstaat zich in hoofdzaak richt tegen criminelen. In oorlogssituaties vindt het geweld echter plaats tussen in het normale leven veelal heel oppassende mensen. Dat oorlog sommige van die normale mensen tot criminele handelingen kan drijven, zoals onlangs in de Abu Ghraib-gevangenis in Irak is een ander verhaal.

Eric O.
Grote beroering heeft zijn terugroepen gewekt. Het geval is bekend: Door het Openbaar Ministerie werd hij heel snel vanwege een schietincident met een dodelijk slachtoffer in staat van beschuldiging gesteld. Het O.M. handelde alsof het een politieagent betrof. Verontwaardiging volop bij de troepen te velde. Premier Balkenende, op bezoek in Irak, werd ijzig ontvangen. Zijn betoog, dat voor het terugroepen van de marinier niet de regering verantwoordelijk was, maar het O.M., was duidelijk. Het nam de wrevel echter niet weg. Inmiddels staat Erik O. terecht. De aanklacht is wat meer vanuit een militair standpunt gesteld door daarin de geweldsinstructie te betrekken. Het geheel is tekenend voor de onduidelijke situatie die ontstaat voor leden van een bezettingsmacht, die geacht worden een soort van politiediensten te verrichten.

Betekenis voor de zoektocht naar vrede
In het begin constateerden we al, dat ook voor de meeste aanhangers van geweldloze conflictoplossing een politie, inclusief eventueel geweldgebruik binnen bepaalde regels en in het kader van een rechtsstaat, aanvaardbaar is.
Trekken we de lijn door, dan komen we terecht bij de wensdroom – zo je wilt Utopie – van een situatie waarin geen nationale legers meer bestaan en geen militaire blokvorming plaatsvindt. De wereld zou dan een grote federatie van staten zijn met aan het hoofd een wereldregering. Bij haar zou dan het geweldsmonopolie moeten berusten om in te grijpen, waar de nationale politie's steun of correctie behoeven. Dit is een Utopie. Zo'n Utopie als doel stellen is irreëel. Het miskent de eigen dynamiek van het wereldgebeuren. Wel is het stellig nuttig om als richtsnoer te dienen bij het steeds weer positie bepalen in het streven naar duurzame vrede. De Verenigde Naties zijn aan reorganisatie toe; de wereld is nu anders dan medio 1945. Het verlokt mij in dit gezamenlijk nummer van Procesnieuws/Kernwapens weg /Vredeskoerier/'t Kan Anders een beroep te doen op de daarbij betrokken Juristen voor de Vrede, hierover hun licht te doen schijnen. Hoe zou de structuur van de V.N. en van het Internationaal Recht stapsgewijs aangepast kunnen en dienen te worden om de beoogde wereldvrede successievelijk naderbij te brengen?

Betekenis voor de wereldsituatie sinds 11/9/2001
De terroristische aanslag op de Twin Towers riep uiteraard een reactie op. Het was in September 2001 dat Prof.van Dantzig voor de televisie de aanslag kenschetste als een misdaad, een grote misdaad, echter wel een kwestie voor de politie. Een oorlog te gaan ontwikkelen zou een foute reactie zijn. Inmiddels zijn we enkele jaren verder. De Talibanregering en Saddam Hussein zijn d.m.v. oorlog verdreven. Het heeft vele duizenden slachtoffers gekost, maar de terroristische dreiging is alleen maar toegenomen. De militaire inspanning heeft bovendien de zo noodzakelijke bezinning in de weg gestaan op de vraag waar het terrorisme uit voortkomt. Wat is de voedingsbodem ervan? Kan eigen 'westelijk handelen' hier ook een rol hebben gespeeld? Zolang regeringen verzuimen dit centraal te stellen zal de roep van onderop moeten komen.

Koos de Beus

hoofdmenu    inhoudsopgave    archief    over 'tKA   

Laatst gewijzigd: 11 oktober 2004