hoofdmenu

Milities en het terrorisme van de staat

Wat zijn dat toch, die geheimzinnige organisaties die milities genoemd worden? Dit jaar zijn ze plotseling in het nieuws opgedoken, maar het wat en hoe moeten de lezers en luisteraars zelf maar uitzoeken.

Soms krijg je de indruk dat milities bij het leger horen, een andere keer lijken ze een soort derde ding tussen leger en politie of denk je aan spontaan gevormde bendes die los van de overheid opereren. Het woordenboek zegt: militie is een krijgsmacht gerekruteerd uit het niet-dienstplichtige deel van de bevolking. Dus toch een derde gewapende macht naast leger en politie en in dienst van de overheid. Maar de taak ervan blijft onbelicht.

Milities werden vaak genoemd tijdens de strijd in Kosovo. En nu, recenter, bij de ongeregeldheden op Timor. Milities zijn er kennelijk op uit de bevolking de stuipen op het lijf te jagen door zomaar mensen te doden, te deporteren of te mishandelen. Ook blijkt roven, brandstichten en verkrachten tot hun takenpakket te horen. Typerend is dat zowel de Servische als de Indonesische regering net doen of ze er niets mee te maken hebben. Toch zijn er aanwijzingen die duiden op de betrokkenheid van die regeringen. Kenmerkend is ook dat in Kosovo en op Timor bij de bevolking een sterke wens tot afscheiding en verzelfstandiging heerst, tegen de uitdrukkelijke wil van de overheid in. Deze overheden zien kennelijk geen kans Kosovaren en Timorezen op een aanvaardbare manier onder hun gezag te houden. Als uiterste middel grijpen ze dan naar brute terreur. Leger en politie zijn daartoe minder geschikte instrumenten, omdat terreur in strijd is met de internationaal erkende mensenrechten. Regeringen houden er in het algemeen niet zo van om aansprakelijk gesteld te worden voor misdaden tegen de menselijkheid. En dit alleen al kan de reden zijn om officieel niet erkende milities de vuile was te laten doen en zelf buiten schot te blijven.

Er zijn blijkbaar altijd wel mensen te vinden die bereid zijn onder dekking van de staat ongestraft misdaden te plegen. Armoe en zucht naar avontuur kunnen de aanleiding vormen. Maar desnoods kan je gevangen criminelen vrij laten om het karwei te klaren. Ondertussen hebben we dan wel te maken met staatsterreur. Eigenaardig genoeg wordt er over dit onderwerp weinig gepubliceerd of zelfs maar gesproken. Twintig jaar geleden, op 9 juni 1979, organiseerde de vereniging Weps, een voorloper van de huidige vereniging Pais, een Terrorisme Symposium in de Mozes- en Aaronkerk in Amsterdam. Tal van gerenommeerde sprekers voerden daar het woord. Arthur Lehning, die dit jaar de P.C. Hooft prijs ontving en vorige maand honderd jaar is geworden, was een van de inleiders. Hij had het speciaal over het staatsterrorisme.

Het symposium vond plaats tijdens de Koude Oorlog tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten. Het was ook de tijd van de Rote Armee Fraktion (RAF) een oppositiegroep die geweld niet schuwde om een socialistische samenleving dichterbij te brengen. Tegen de geweldsideologie ontstond het massale vreedzame verzet van de vredesbeweging, dat zich vooral richtte tegen het dreigen met atoomwapens en de uiteindelijke bereidheid deze wapens ook te gebruiken.

De staatslieden waren uiteraard diep verontwaardigd over het moorden van de RAF, maar hoe was hun houding bij het koude oorlogsgebeuren?

Arthur Lehning zei hierover:

"Wat moet men zeggen van de morele verontwaardiging van onze staatslieden over het moderne terrorisme? De staatslieden die er een gezamenlijk oorlogsbudget op na houden van duizenden miljarden en die gezamenlijk miljoenen soldaten onder de wapens hebben, terwijl de nucleaire pest zich als een pest over de gehele wereld verbreidt. Een middelgrote atoommacht als Frankrijk heeft voor het handhaven van de vrede een atoommacht gebouwd die 8000 keer de kracht vertegenwoordigt van de bom op Hiroshima. In de militaire strategie heet dat afschrikking. In de terminologie van ons onderwerp noem ik dat terroristische chantage. Niet alleen tegen een potentiele vijand maar ook tegen het eigen volk."

Het vergeleek dus twee soorten terrorisme en vond het cynisme van staatslieden even verwerpelijk als het cynisme van de RAF. De terreur van de een is even kwalijk als de terreur van de ander. De gevolgen van de staatsterreur zijn echter vele malen ernstiger. Arthur Lehning wees in verband met het bovenstaande op het feit dat de bevolking, ook die van de vrije democratische staten met hun parlementaire stelsels, weinig of geen invloed heeft op de gang van zaken. Staatslieden gaan hun gang, ongeacht de mening van de kiezers.

Nu, twintig jaar later, hebben we beleefd dat de Servische staat een deel van de eigen bevolking terroriseert, maar ook dat de NAVO door middel van de terreur van de bombardementen probeert het Servische volk tot opstand te bewegen. Niet de kliek rond Milosovic werd getroffen, maar het gewone volk. En iedere partij tracht met een eigen verhaal het eigen straatje schoon te vegen. Het bestrijden van terreur, van welke kant ook, is een opdracht voor ieder die de vrede wil bevorderen.

Wim Harms

Naar: Inhoudsopgave archief of Inhoudsopgave 't Kan Anders


Last Updated 20 oktober 1999